De Big Five, iedereen kent deze term wel van de vijf machtigste dieren in Afrika, maar ken jij de Big Five van de Alpen al? Nationaal Park Hohe Tauern in Oostenrijk heeft namelijk een eigen 'Big Five'. Dit nationale park is een van de grootste natuurgebieden van Europa en de grootste van de Alpen. Naast wilde dieren vind je hier ook de hoogste berg van Oostenrijk (de Grossglockner) en de hoogste watervallen van Europa. Maar terug naar het wild! Die ga je namelijk zeker spotten in dit park. Om welke dieren het gaat?
1. Lammergier
Met een spanwijdte tot wel bijna 3 meter is de Lammergier een zeer imposante vogel. De Lammergier wordt ook wel de Baardgier genoemd, en Bartgeiger in het Duits. Wanneer de gier vliegt, lijkt het in de verte op een valk. Dit dankzij de wigvormige staart en de lange smalle vleugels. De vrouwtjes worden net wat groter dan de mannetjes. Ook kun je deze gieren in het Himalaya gebergte spotten, waar de vogels iets groter worden dan die in de Alpen. Opvallend aan deze giersoort is dat het geen kale kop heeft, zoals de andere soorten wel hebben. Wat het wel overeen heeft met andere gieren, is dat ook de Lammergier een aaseter is. Zo eet deze vogel beenmerg, waar het bijkomt door botten vanuit de lucht op de rotsen kapot te laten vallen.
2. Steenarend
De Steenarend, of Steinadler in het Duits, is de eerste van de Big Five van de Alpen. De vogel heeft een spanwijdte van rond de 2 meter. De leeftijd van de steenarend kun je herkennen aan de kleur van de veren. Oudere vogels zijn heel donker en jongere vogels hebben lichte vlekken in de vleugels. Pas na 5 á 6 jaar heeft de Steenarend een volledig volwassen verenkleed. Deze vogel is een echte jager. In het Nationaal Park Hohe Tauern jaagt het dan ook op vele diersoorten. Vooral in de hogergelegen gebieden zie je deze vogel, aangezien het jaagt op (semi-) open vlaktes. Kenmerkend is de statige houding en de starende blik.
3. Steenbok
De steenbok, of Steinbock in het Duits, kennen we natuurlijk van de grote hoorns. Deze hoorns kunnen tot wel een meter lang worden. Net zoals bij bomen kun je aan de hand van de ringen de leeftijd van de steenbok aflezen op de hoorns. Dankzij de bouw van de hoeven (rubberachtige ballen en stevige, harde randen), zijn de steenbokken zeer goede klimmers. Deze dieren zijn onderdeel van de Big Five van de Alpen en kun je in Nationaal Park Hohe Tauern hoger in de bergen spotten. Steenbokken worden zo'n 90 kilo.
4. Gemzen
Gemzen, of Gämse in het Duits, zijn net zoals de steenbokken geitachtige dieren. Het grootste verschil is dat de gemzen korte hoorns hebben. De hoorns van de gemzen worden maximaal zo'n 30 cm lang. Ook zijn de dieren zelf wat kleiner dan de steenbokken en worden ze zo'n 30 á 40 kilo. Van de Big Five van de Alpen spot je deze het makkelijkst. Opvallend is de kleur van de vacht, deze is lichtbruin in de zomer en donkerbruin in de winter. Wil je gemzen spotten in Nationaal Park Hohe Tauern? Dan kun je het beste zo vroeg mogelijk in het park zijn. De gemzen bevinden zich in de ochtend namelijk lager in de bergen dan aan het eind van de dag.
5. Marmotten
Deze kleine knaagdieren heten ook wel alpenmarmot of mormeldieren en in het Duits Murmeltier of Murmele. Dit diertje leeft in grote families onder de grond. Deze burchten graven ze vaak op alpenweiden en -vlaktes, tussen de 1400 en 2700 meter. Er staat altijd een marmot op de uitkijk. Vaak hoor (en ruik) je de marmotten, maar je kunt ze niet altijd spotten. De diertjes maken een hoog fluitend geluidje om elkaar te waarschuwen. Ook is hun geur vrij penetrant, maar daardoor wel herkenbaar. De kleur van de vacht varieert van grijs tot geel en bruin, waardoor ze in de zomer opgaan in de omgeving. In de winter houdt het dier een winterslaap.